aan de raad der Voorstel van burgemeester en Qe neente Dreoa exploitatie van stadsverwar Bijlage nr.300 rj I wethouders inzake aanleg en ming in Breda en tot het nemen P/1/27635 van de daartoe nodige beslui- 6-9-1978 ten* 1 INLEIDING. De aanvaarding door Uw raad (besluit van 20 februari 1978,. bij lage nr. 59*) van onze nota inzake stadsverwarming heeft geleid tot afronding van de dienaangaande door de N.V. Kema verrichte studie. Het eindrapport "Stadsverwarming in Breda", gedateerd 5 mei 1978, kan U dan ook thans hierbij worden aangeboden.**) Aan de hand van de op de pagina's 5 tot en met 9 gestelde samen vattingen en conclusies moet worden geconstateerd, dat de N.V. Kema "het project stadsverwarming" technisch en financieel- economisch een verantwoorde stap acht en dat verdere uitbreiding in de toekomst mogelijk is, waardoor de financiële resultaten in gunstige zin wordt beïnvloed. Ons college heeft van het rapport kennis genomen en is op grond van de daarin verwerkte gegevens en op basis van eigen beleids overwegingen van mening, dat tot uitvoering van het project moet worden geadviseerd, echter onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat van rijkswege dusdanige financiële medewerking wordt ver kregen, dat in de risico's voor de gemeente in voldoende mate is voorzien. Aan de meer algemene informatie omtrent stadsverwarming, zoals deze is vervat in onze nota inzake stadsverwarming en in de daarbij overgelegde documentatie, is weinig toe te voegen. Ter wille van de leesbaarheid van dit voorstel zouden wij ons in dit opzicht beperkingen willen opleggen en U, voor zoveel nodig, naar de eerder verstrekte informatie willen verwijzen. 2.BELEIDSOVERWEGINGEN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1309