bijl. nr. 300 Op grond van deze conclusies achten wij het raadzaam het stadsver warmingsproject te bepalen op model B. Zoals wij eerder stelden behoort uitbreiding in de toekomst tot de mogelijkheden; reeds nu staat echter vast, dat integratie van de bestaande wijkverwarming in de wijk Ypelaar op technische en financieel-economische gronden vooralsnog niet mogelijk zal zijn. DE VERBRUIKERS VAN STADSVERWARMING. Voor de afnemers gelden de volgende.criteria: a: zijn de kosten van verwarming niet hoger dan bij individuele toepassing van aardgas in vergelijkbare situaties; b: is het comfort niet minder. Dienaangaande mag gesteld worden, dat aan de volgende eisen zal worden voldaan: - het tarief wordt zodanig samengesteld, dat het de verbruiker niet meer kost dan bij toepassing van aardgas voor individuele ver warming; - de verbruiker zal de toevoer van warmte naar eigen believen kun nen regelen, overeenkomstig de individuele installatie en binner de technische mogelijkheden van het systeem; - er heeft een acceptabele meting plaats van het verbruik op basis waarvan met de verbruiker kan worden afgerekend; - iedere woning zal afzonderlijk afsluitbaar zijn. Het vorenstaande houdt in, dat er voor de verbruiker van stadsver warming weinig verschil zal bestaan tussen de levering van aardgas en de levering van warmte uit het stadsverwarmingsnet. In het eerste geval vindt de opwekking van de warmte plaats in de woning, terwijl in het tweede geval het eindproduct "warmte" thuis wordt afgeleverd. Hierdoor is de installatie in de woning eenvoudiger van opzet en kunnen de bouwkundige voorzieningen in de woning voor de ketel en de daarbij noodzakelijk behorende rookkanalen en gasleidingen komen te vervallen. Aangezien de warmwatervoorziening ook door de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1312