bijl. nr. 300 Voor de toepassing van geïsoleerde leidingen zijn nu afdoende systemen ontwikkeld en toegepast, welke uiteraard duurder zijn dan vroeger, doch veel beter geschikt voor toepassing in langere levensduur-projecten. Vastgesteld mag dan ook worden, dat nu de problematiek van ter reinleidingen afdoende wordt beheerst en bovendien een regel- en meetsysteem in de woning wordt aangebrachtde toekomstwaarde van een centraal (stads-) wijkverwarmingssysteem hoger moet wor den geschat dan die van de voorziening met individuele units. Deze vragen namelijk veel onderhoud en het stookrendement is laag. Met het centrale systeem is men ook minder afhankelijk van prijs- en kwaliteits-/continuiteitsproblemen van de brand stof (energie). Dit laatste slaat op de geprognotiseerde eindig heid van het beschikbaar zijn van aardgas voor de individuele afnemers. Een centraal systeem is qua brandstof meer flexibel, vooral indien afvalwarmte kan worden benut. Men ziet dan ook vooral in het buitenland een stijgende lijn in het toepassen van energiebesparende grootschalige verwarmingssystemen, omdat daar geen "Slochteren" aardgas ter beschikking is. Mede gelet op de energiebesparing (8 9.000.000 m3 aardgas per jaar) is het alleszins verantwoord Breda-Noord op het stadsver warmingssysteem van de Haagse Beemden aan te sluiten. Voor de afnemers in die wijk gaat dit gepaard met verhoging van het comfort. Belangrijk is namelijk, dat alsdan een mengregeling in de woning wordt aangebracht, waarmede men naar eigen believen de tempera tuur in de woning kan beïnvloeden, uiteraard binnen de technische mogelijkheden van het systeem. Daarnaast wordt in elke woning een meetinrichting aangebracht, waarop het verbruik is af te lezen, en een afsluitinrichting. In het Kema-rapport zijn bedragen opgenomen voor renovatie van terrein-leidingen. Waar nodig worden deze vervangen. Dit zal in zodanige omvang gebeuren, dat de levensduur wordt verlengd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1317