bijl. nr. 300
De aanvoer van warm water blijft gehandhaafd op het bestaande
systeem van 90° - 70° C, respectievelijk 130° - 80° C. Indien
dit wordt gewenst kan alle aanvoer geschieden volgens het
systeem 90° - 70° C., maar dan dient het oppervlak van de
radiatoren in een groot aantal gevallen te worden vergroot
door vervanging of bijplaatsing voor rekening van de eigenaar
huurder.
De aldus in Breda-Noord gerenoveerde wijkverwarming zal in enkele
opzichten blijven verschillen ten opzichte van de Haagse Beemden,
en wel als volgt.
In Breda-Noord wordt gas geleverd voor kookdoeleinden en voor
warm tapwater.
Deze levering gaat door. Waar nu geen warm tapwater vanuit de
wijkverwarming wordt geleverd zal dit ook in de toekomst niet
geschieden vanwege de reeds aanwezige apparatuur. Dit laatste
geldt ook voor het gas voor kookdoeleinden, doch daarbij spreekt
tevens mee het feit, dat het niet zinvol is het gasnet af te
breken.
Een ander verschil vormt de wijze van woningaansluiting. Voor
zover de toestand van blokleidingen daartoe niet noopt, zullen
de bestaande leidingen blijven gehandhaafd.
Wat ook niet wijzigt - tenminste als grondslag - is de prijs
voor de geleverde warmte. Bij stadsverwarming wordt het principe
gehanteerd, dat de prijs voor warmte even hoog is als bij het
gebruik van een individuele C.V.. De prijs van de aangepaste
wijlcverwarming in Breda-Noord blijft in principe dezelfde als
zij is, met dien verstande, dat de verbruiker door meting en
regeling de totaalprijs kan beïnvloeden.
Dat het meerdere comfort en de renovatiekosten, behorende bij
de verlenging van de levensduur van het systeem geen aanleiding
geven tot tarief-verhoging vloeit voort uit het feit, dat de
hogere exploitatielasten in evenwicht zijn met de opbrengst
van de door stadsverwarming te verwachten brandstofbesparing.