bijl. nr. 300 Wat betreft de opbouw en samenstelling vancb tarieven kan de vol gende toelichting worden verstrekt: Het uitgangspuntdat de kosten voor stadsverwarming voor afnemers gelijk zijn aan die van individuele verwarming blijft gehandhaafd; dit betekent, dat als de aardgasprijs hoger wordt ook de kosten voor stadsverwarming toenemen; Bij de start van de stadsverwarming is de kostenstructuur zodanig, dat een fifty-fifty verhouding wordt geconstateerd tussen vaste en variabele kosten; deze verhouding is vastgelegd in het verkooptariefdaarvoor is het nodig een gedeelte van de warmteomzet in het vastrecht onder C te brengen; naarmate de aardgasprijs stijgt boven 23 cent/m3 zal het variabele deel van het verkooptarief een hoger percentage dan 50$ belopen; om het stuk variabel in het vastrecht mee te doen fluctueren in de hogere aardgasprijs is in de index op de variabele kosten een factor 1,179 opgenomen voor kleinverbruik; hierdoor blijft de vergelijkbaarheid met de kosten van individuele verwar ming bestaan; door de voorgestelde tariefstructuur wordt het draagvlak van de stadsverwarming vergroot zonder het vorengenoemd uitgangspunt aan te tasten. 11DE N.V. P.N.E.M. Met de N.V. P.N.E.M: is in principe overeenstemming over de leve ringsvoorwaarden van de warmte (zie pagina 37 van het Kema-rapport en over de overdracht van de leveringsbevoegdheid van elektriciteit)# in de Haagse Beemden. Wat dit laatste betreft is in overleg de overnamesom van de door P.N.E.M. gedane investeringen te bepalen. De P.N.E.M. dient een en ander nog te regelen in haar vergaderingen van de raad van commissarissen en die van aandeelhouders. Na 16 juni 1978 zal P.N.E.M. ons de nodige voorstellen schriftelijk doen toekomen. Daarna zullen wij U een uitgewerkt voorstel doen toekomen ter regeling van de onderlinge rechtsverhoudingen in deze. 1 12. N.V. INTER&AS

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1322