bijl. nr. 300 betrokken, met name de (toekomstige) verbruikers, architecten, aannemers en installateurs, scholen, kantoren en bedrijven, potentiële gegadigden en gemeentelijke instanties. Het energie- en waterbedrijf heeft bereids een scenario voor deze voorlichting opgesteld, (zie bijlage nr. II). Uiteraard zullen ook de afnemers van wijkverwarming in Breda- Noord uitvoerig en op doelmatige wijze worden voorgelicht. DE BOUWVERORDENING. In de Bouwverordening is bepaald, dat in een woning een gasinstal latie moet worden aangebracht, indien binnen 40 meter een hooi'dlei- dingnet is aangelegd of in de toekomst zal worden aangelegd. Aangezien in het stadsverwarmingsproject geen aansluiting van percelen op het aardgasnet zal plaatsvinden dient de Bouwver ordening ter zake te worden aangepast. Een desbetreffend voorstel zal U nog bereiken. BEANTWOORDING VAN DE IN EERSTE AANLEG GESTELDE VRAGEN. Bij de behandeling van onze eerder aangehaalde "nota inzake stads verwarming" zijn een aantal vragen gesteld, welke nu beantwoording hebben gevonden in het Kema-rapport en in dit raadsvoorstel. Op een bijlage bij dit voorstel zijn deze vragen opgenomen en is een verwijzing gegeven naar de plaats van beantwoording. Op een twee tal punten is voorts nog een afzonderlijke toelichting verstrekt. TE NEMEN BESLUITEN. Wij adviseren Uw raad tot het nemen van de volgende besluiten: 1Tot aanleg en exploitatie van een stadsverwarmingsproject als in dit voorstel en in het Kema-rapport als model B omschreven; 2. Tot het in de voorwaarden van grondverkoop in de Haagse Beem den opnemen van de verplichting tot aansluiting op de stads verwarming onder de door ons college te stellen voorwaarden;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1327