II/
bij bijlage nr. 300
dat er eigenlijk voor hen niet zoveel wijzigt.
Vond de verwarming van hun woningen tot op heden plaats middels warm
water vanuit de centraal in de wijk opgestelde ketelhuizen, met in
gang van het stookseizoen 1981-1982 zal dit plaatsvinden door middel
van hetzelfde medium vanuit de Amercentrale.
Voor de bewoners zal ook een uiteenzetting gegeven worden over het
systeem met de daaraan verbonden consequenties. Duidelijk zal in
deze voorlichting ingegaan worden op de geschiedenis en de proble
matiek van de centrale wijkverwarming en worden uiteengezet dat het
bij aansluiting op de stadsverwarming in de bedoeling ligt te ver
bliezen van het leidingnet te verminderen door het aanbrengen van
een betere isolatie en elke woning te voorzien van een meetinrichting
en een mogelijkheid tot individuele regeling van de temperatuur.
Vanzelfsprekend behoort bij deze voorlichting een nadere uiteenzet
ting over het tarief en over de gewijzigde leverings- en aansluit
voorwaarden die voor deze verbruikers gaan gelden bij de aansluiting
op' stadsverwarming. Het geheel van de voorlichting aan deze groep
vrbruikers zal eveneens in nauwe samenwerking met de afdeling
v orlichting van de gemeente geschieden, waarbij ook gedacht wordt
aan het projectteam Breda-Noord.
Voor wat betreft de derde categorie lijkt het ons meer een individuele
benadering van elke verbruiker uit deze groep. Uit voornoemde folders
zouden onderdelen voor deze gpoep gebruikt kunnen worden, doch elk
hseft zo zijn specifieke verlangens en apparatuur, dat een persoon
lijke benadering, ondersteund met voorlichtingsmateriaal over het
^systeem, het te hanteren tarief, de aansluitmogelijkheden, beter op
zijn plaats is.
ïen aanzien van de vierde categorie - de potentiële gegadigden - mag
in eerste instantie verwezen worden naar hetgeen hieromtrent is aan
gegeven onder de toelichting op punt 12 van de bijlage inzake ant
woorden op gestelde vragen.
Ook hier geldt dat de eigenaren c.q. verbruikers persoonlijk bena
derd moeten worden, waarbij allereerst gedacht moet worden aan de
diverse blokverwarmingen en grote eenheden bijzondere bebouwing.
Daarna zal de mogelijkheid van eengezinswoningen moeten worden