aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 305
St/3/30294
30-8-1978
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het instellen van hoger beroep tegen
het vonnis van de rechtbank te Breda d.d.
27 juni 1978 inzake de vordering van me
vrouw C. van den Kieboom-Taks tegen de
gemeente Breda.
Op 27 juni 1978 heeft de arrondissementsrechtbank te Breda vonnis
gewezen in de zaak mevrouw C. van den Kieboom-Taks tegen de gemeente
Breda.
Mevrouw van den Kieboom, die vorderde dat een verklaring, waarbij de
gemeente het recht verkreeg de afbraak van een houten noodwoning -
waarvoor bouwvergunning is verleend - te gelasten, de gemeente geen
enkel recht verschaft, is door de rechtbank in het gelijk gesteld.
Alvorens te beslissen over het instellen van hoger beroep heeft de
heer mr. V.W.L.M. van Dijk, die in deze namens de gemeente optreedt,
ons advies uitgebracht
Uit dit advies blijkt, dat er voldoende argumenten voorhanden zijn
om een hoger beroep te rechtvaardigen.
Een besluit tot het instellen van hoger beroep (in tegenstelling
tot het voeren van verweer in hoger beroep is echter niet door Uw
raad aan ons gedelegeerd. Een desbetreffend besluit dient vóór 27
september a.s. te worden genomen.
Wij stellen U voor te besluiten tot het instellen van hoger beroep
in onderhavige zaak, overeenkomstig bijgevoegd concept-besluit.
In de eerstvolgende vergadering van de commissie ruimtelijke orde
ning zullen wij nadere informatie verstrekken over de voorgeschiede
nis en achtergronden van deze procedure.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx
burgemeester.
Van den Dam
secretaris.