In de afgelopen tien jaren is er een groeiende aandacht ontstaan voor de negatieve effecten van het autoverkeer. Er is een streven gegroeid naar meer integratie van werken en wonen en de in belangrijkheid teruggedrongen vervoerswijzen, zoals de fiets en het openbaar vervoer, kwamen opnieuw in de belangstelling. Tegenover het beleidsmatig volgen van de groei van het autoverkeer staan maatregelen die het autogebruik drastisch inperken, en maat regelen die meer gericht zijn op consolidatie, op beheersing van het autoverkeer. Welhaast iedereen is er inmiddels van overtuigd, dat er niet langer eer volgend beleid ten aanzien van de behoefte aan (auto)verkeersruimte !t worden gevoerd. De nadruk komt steeds meer te liggen op een selectie? gebruik van de auto. In de Bredase situatie kiest ons college duidelijk voor maatregelen, d: gericht zijn op beheersing van het vervoerssysteem. Die maatregelen mof ten uitmonden in het verminderen van de nadelige effecten van het autO' verkeer op het woon- en leefmilieu, het weren van de auto uit gebieden waar die auto eigenlijk niet thuis hoort, het tegelijkertijd aantrek kelijker maken van de vervoerswijzen fiets en openbaar vervoer. Veel aandacht zal blijvend gericht moeten zijn op de verhoging van de ver keersveiligheid. Er zal daarom de komende jaren weinig wegenaanleg plaatsvinden (uitge zonderd natuurlijk de voorzieningen ten behoeve van nieuwe woongebiedei Getracht zal worden om zoveel mogelijk profijt te halen uit het bestaak wegennet. Ondanks dit gegeven zullen er vele financiële middelen nodig zijn om dit efficiënte gebruikt mogelijk te maken en tegelijkertijd j de verkeersveiligheid te verhogen (vooral die van de fietser en de voetganger). De belangen van het autoverkeer en het langzame verkeer zullen hierbij vaak met elkaar in strijd zijn. Indien technisch gezien gekozen moet worden voor <5f een hoog afwikke lirgsnireau voor het auto verkeer <5f voor een zo groot mogelijke veiligheid voor het langzame verkeer en een snelle afwikkeling van het openbaar vervoer, pleiten wij voor deze beide laatste groepen en accepteren wij een wat lager afwikkelingsniveau voor de auto. Hierbij dienen soms speciale maat regelen te worden getroffen voor het openbaar vervoer om te voorkomen dat de bus nadeel ondervindt van deze beperking van het autosysteem. Het con fietser deze ge mening fietsro In onze gaande i (brom)f voor de Wij zijl ^uto vai ■rangen Door hel keer-ca] spitsuui keer. De Bredase Wij zijr om met d inhoudt, de (brom is hier Een bepe Instemmi Niettemi «prs gez anvange: aengewezi Dit zou i langparki Voor de 1 beperkt reikbaarl Einanciëü huidige

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 135