BIJLAGE I bij bijlage nr. 325 II O VERZ ICHT_WIJZI GINGg|=JET_|QmggTINGEH Met verwijzing naar artikel 28, sub d, van de gemeenschappelijke regeling kan overeenkomstig het leningenreglement aan deelnemers een verhoging worden gegeven op een reeds lopende hypothecaire geldlening, mits de verhoging dient ter verbetering van de woning. In voorkomend geval wordt dan de oorspronkelijke lening geroyeerd en wordt een geheel nieuwe geldlening verstrekt ter grootte van de restantschuld vermeerderd met het bedrag van de gevraagde ver hoging. De afsluitprovisie van het H.N.G. en de notariskosten voor het opmaken van de nieuwe hypotheekakte worden hierbij uitsluitend berekend over het bedrag van de verhoging. De nieuwe (verhoogde) lening wordt te allen tijde verstrekt op basis van de reeds eerder genoemde gemeenschappelijke regeling. Het verlenen van medewerking aan aanvragen ter verhoging van reeds lopende hypothecaire geldleningen heeft voor de gemeente de consequentie dat met het vervallen van de oorspronkelijke lening ook de hierop verleende gemeente-garantie en de rijks deelneming hierin tot 50$ teniet gaan. De nieuwe (verhoogde) lening kan dan niet worden gegarandeerdzodat het risico van de totale lening nu voor 100$ voor rekening van de gemeente komt. Het risico van de gemeente zou niet extra vergroot worden als het H.N.G. bereid zou zijn de oorspronkelijke lening te hand haven en voor de financiering van de woningverbetering een aan vullende hypothecaire lening te verstrekken op basis van een tweede hypotheek. Een dergelijke constructie betekent voor het H.N.G. geen risico vergroting, daar het H.N.G. reeds eerste hypotheekhoudster is. Het verstrekken van een tweede hypotheek is slechts dan mogelijk als de deelnemer reeds een eerste hypotheek heeft bij het H.N.G. Voorts zal de looptijd van de tweede hypotheek korter dan of gelijk moeten zijn aan de resterende looptijd van de eerste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1410