aan de raad der
gemeente Breda
I.Z./-
8 november 1978.
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 22-6-1978).
De heer Peeters:
Het raadslidmaatschap van Breda kent voor degene die daartoe wordt
0L. verkozen, verplichtingen, rechten en blijkbaar ook risico's. Eén
van de verplichtingen houdt in dat het raadslid zonder last of rug
gespraak besluiten kan en mag nemen - te zamen met zijn mederaads
leden. Het geheel speelt zich af in deze raadzaal en het raadslid
wordt daarbij beschermd en gestuurd door het reglement van orde.
Als nu echter democratisch bestuur in 1978 wordt aangekleed met ta
ferelen zoals we ze vanavond weer in deze raadzaal hebben mogen er
varen, dan rijzen er bij mij vragen aan het adres van het college.
a. Zijn er mogelijkheden en kunnen die werkelijk aangewend worden
om de juiste orde op de publieke tribune te handhaven?
b. Kunnen er aan de hand van het reglement van orde door het col
lege voorstellen worden gedaan en stappen worden ondernomen om
in deze raadzaal kwetsende en persoonsonterende momenten, zowel
in geluid als visueel, vanaf de publieke tribune tegen te gaan?
ANTWOORD
a. De zorg en verantwoordelijkheid voor de orde in de raadsvergade-
ring worden in art. 72, lid 2 van de gemeentewet opgedragen aan de
voorzitter: "Hij zorgt voor de handhaving der orde in die verga
dering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door de
toehoorders wordt verstoord, hen, die dit doen, of alle toehoor
ders te doen vertrekken"
b. Het reglement van orde bepaalt alleen iets over de gang van zaken
wanneer de orde door leden van de raad zou worden verstoord. Het
reglement zwijgt over ordeverstoring op de tribune.
bijlage nr. 331
Antwoorden op door raadsleden
gestelde vragen.