bijl. nr. 331
-2-
Het is dus onmogelijk voor ons college om aan de hand van het re
glement van orde voorstellen te doen of stappen te ondernemen, als
in de vraagstelling bedoeld.
c. De burgemeester zal te gelegener tijd in de commissie algemene za
ken nader informatie c.q. verduidelijking over een en ander geven.
VRAAG (d.d. 23 maart 1978 ing. art. 40, 2e lid, R.v.O.): dhr. Geene:
Heeft het college kennisgenomen van de recente perspublikaties ov 1
de stagnatie die dreigt op te treden in de oprichting van een hart-
kliniek te Breda?
Deze stagnatie wordt toegeschreven aan het ontbreken van de bereid
willigheid tot samenwerking tussen de Klokkenberg en de Stichting
Ignatiusziekenhuis te Breda.
Na de aanvankelijk vreugdevolle berichten over een snelle realisa
tie van een hartkliniek ben ik thans door genoemde publikaties zeer
verontrust
Gezien de belangen die voor Breda en de regio op het spel staan,
acht ik het van belang dat d e raad volledige informatie wordt ver
strekt, ten einde te kunnen beoordelen welke initiatieven de raad
zou kunnen ontplooien in de richting van de Minister van Volksge
zondheid.
Gaarne nodig ik het college uit deze informatie zo spoedig mogelijk
te verstrekken en indien de publikaties juist zijn, inmiddels al
het mogelijke te doen om het overleg tussen beide stichtingen in
goede banen te leiden.
t/J
ANTWOORD
In antwoord op Uw vragen ex art40 van het Reglement van Orde
voor de gemeenteraad d.d. 23 maart 1978 berichten wij U het navol
gende. In een brief van 28 april 1978 heeft de staatssecretaris
van volksgezondheid en milieuhygiëne aan de burgemeester het ver
zoek gedaan te bemiddelen tussen het Ignatius ziekenhuis en het
Medisch Centrum de Klokkenberg.
Aangezien het voor deze stad van betekenis is, dat een dergelijke