I
bijl. nr. 331
-8-
van o. en w. in het vooruitzicht gesteld.
7.
Onderhandelingssituatie met departement.
Incidenteel wordt dezerzijds desgewenst bemiddeld in het overleg
met het departement van onderwijs en wetenschappen.
Op verzoek van de onderwijsinstellingen is het gemeentebestuur
steeds bereid in deze ondersteunend of intermediair op te treden.
VRAAG (d.d. 12-9-1978 ing. art. 40, 2e lid, R.v.O.).
De heer J.B. van Asseldonk:
Mede naar aanleiding van een artikel in Dagblad "De Stem" van 12 sep
tember 1978, betrekking hebbende op een intervieuw met wethouder 1.
Paulussen, richt ik mij tot U.
In bovenvermeld artikel komt de volgende zin voor;
"Ik weet dat het erg moeilijk zal worden de schaarse woningen die er
zijn te verdelen, maar misschien kan ik eraan medewerken dat deze wat
eerlijker en anders worden verdeeld".
Zij schaart zich hiermede naar mijn mening achter eerder gedane uit
spraken van het B.K.K.die in hun lijfblad "de Billen Bloot" ook steeds
suggereerde, dat de woningtoewijzing in Breda niet eerlijk toeging.
Ondergetekende en diens fractie hebben echter vele jaren het gevoerde
beleid gesteund.
Uitgaande vancfe stelling, dat eerlijker dan eerlijk niet mogelijk is,
vraag ik U, 'J
1Bent U bereid mij duidelijk mede te delen of het gevoerde woningtoe
wijzingsbeleid een eerlijk beleid is geweest?
ANTWOORD Daaro
Wij zijn van mening dat het tot nu toe gevoerde woningtoewijzingsbe- van h
leid de kwalificatie "eerlijk" ten volle verdient. Wij hebben geen
enkele reden te twijfelen aan de integriteit van al degenen die in het 1 Is
door ons te overziene verleden betrokken zijn geweest bij het toewijzen un
van woningwetwoningen (wethouders, besturen van woningbouwverenigingen, ch
gemeente-ambtenaren en functionarissen van woningbouwverenigingen). 2. In