aan de raad der gemeente Breda St/6/27276 Bijlage nr. 334 31-5-1978 Voorstel van "burgemeester en wethouders tot het beschikbaar stellen van een aanvullend kre diet voor het uitkeren van het rentebedrag over de onteigenings- waarde van de zgn. van Coothr woningen. 't> In de vergadering van Uw raad van 14 december 1972 is overeenkomstig ons voorstel bijlage nr. 358 besloten tot het beschikbaarstellen van een krediet van 84.000,welk bedrag aan de erfgenamen van Dr. Ii.F.W. van Cooth is aangeboden, wegens het niet meer door de gemeente nakomen van de bij het legaat, door Dr. van Cooth voornoemd gemaakt bij diens testament van 16 april 1880, opgelegde last. G-enoemd krediet is door gedeputeerde staten van Noord-Brabant goedge keurd bij besluit van 29 augustus 1973. Tevens werd door Uw raad ingestemd met de liquidatie van een aantal in schrijvingen op de grootboeken der Nederlandse Werkelijke Schuld, waar bij het vrijkomende bedrag ad 5.600,eveneens aan de erfgenamen is angeboden. ■Iet totale door Uw raad beschikbaar gestelde bedrag van 89.600,is destijds in de Consignatiekas gestort. De rechthebbenden zijn daaromtrent geïnformeerd en hen is verzocht of a^de lijst van rechthebbenden wellicht voor aanvulling of verbetering in aanmerking kwam. In afwachting van de verwerking van deze aanvullende informatie zijn als voorschot betalingen gedaan uit het beschikbaar gestelde bedrag van 89.600, ~iaar de erfgenamen vrij talrijk zijn en over de gehele wereld verspreid .'.even, was het eerst mogelijk in 1977 tot de uitkering van eerdergenoem de voorschotten over te gaan, waarbij tevens een renteverrekening in het vooruitzicht werd gesteld. In verband met het tijdsverloop tussen beschikbaarstelling en uitkering wordt een berekening van rente over de hoofdsom redelijk geacht, waar bij een rentepercentage, gelijk aan het omslagpercentage van de gemeen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1458