A/_ 7
bij bijl.nr.343
Artikel 305c Gronden van weigering van een sloopvergunning
1. Een sloopvergunning mag alleen en moet worden geweigerd,
indien:
a. voor zover artikel 56 van de woningwet van toepassing is,
de in dat artikel bedoelde toestemming tot slopen is ge
weigerd;
b. voor het slopen een vergunning ingevolge de Monumentenwet
of een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening
is vereist en deze is geweigerd;
c. het slopen in strijd zou zijn met een bestemmingsplan ter
bescherming van een stads- of dorpsgezicht in de zin van de
Monumentenwet
d. te verwachten is, dat door .'het slopen het stadsbeeld of het
landschapsbeeld zal worden geschaad, tenzij voldoende waar
borgen aanwezig zijn dat op de plaats van het te slopen
bouwwerk binnen redelijke termijn zal worden gebouwd en de
te realiseren bebouwing bijdraagt tot het stadsschoon.
Aan genoemde waarborgen wordt geacht te zijn voldaan indien:
1. een bouwvergunning is verleend;
2. een bankgarantie, ten bedrage van ten hoogste eenvijfde
gedeelte van de door burgemeester en wethouders geschatte
bouwkosten en gebonden aan een bepaalde vervaldatum, is
verleend.
2. Een besluit tot weigering van een sloopvergunning is met redenen
omkleed
3. Tegen een besluit, als bedoeld in lid 2', kan de aanvrager binnen
een maand na de dag, waarop het afschrift van het besluit is
verzonden, in beroep komen bij de gemeenteraad.
4. In bijzondere gevallen kan vrijstelling-worden verleend van het
bepaalde in lid 1 onder d.1 en d.2.
Artikel 305d Intrekking van de sloopvergunning
1 Burgemeester en wethouders kunnen een sloopvergunning bij een
met redenen omkleed besluit intrekken, indien binnen zes maanden
na (intekening van de sloopvergunning geen begin met de werk
zaamheden is gemaakt of de werkzaamheden, nadat hiermede is
aangevangen, niet geregeld worden voortgezet.
2. Tegen een besluit, als bedoeld in lid 1 kan de houder van de
sloopvergunning binnen een maand na de dag, waarop het af-