B/- 7 - bij bijl.nr.343 Artikel 305a Termijn van beslissing; op de aanvraag 1. Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag om sloopvergunning binnen twee maanden na de dag, waarop de aan vraag is ontvangen. Zij kunnen hun beslissing éénmaal voor ten hoogste twee maanden verdagen. Een afschrift van hun besluit tot verdaging zenden zij zo spoedig mogelijk aan deze aanvrager. 2. Indien burgemeester en wethouders niet binnen de in lid 1 gestelde termijn hebben beslist, kan de aanvrager binnen één maand na af loop van die termijn in beroep komen bij de gemeenteraad. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 houden burgemeester en wet houders de beslissing aan indien krachtens artikel 14 van de Monu mentenwet of krachtens een provinciale of gemeentelijke monumenten verordening een vergunning is vereist, zolang op een aanvraag om een desbetreffende vergunning nog niet is beslist. Artikel 305b Aan een sloopvergunning te verbinden voorwaarden 1. Aan een sloopvergunning kunnen voorwaarden worden verbonden ter voorkoming van gevaar, schade of hinder voor andere bouwwerken of hun gebruikers, of in het belang van de openbare orde, de veilig heid of de gezondheid. 2. Als'nadere eis kan worden gesteld, dat in-het terrein, waarop het bouwwerk heeft gestaan, putten, kolken, riolen en ondergrondse delen van een bouwwerk worden geruimd, dat afkomende materialen worden afgevoerd en dat het terrein tot weghoogte wordt opgehoogd. 3. Een besluit tot het verlenen van een voorwaardelijke vergunning is met redenen omkleed. 4. Tegen een besluit, als bedoeld in lid 3, kan de aanvrager binnen een maand na de dag, waarop het afschrift van het besluit is verzonden, in beroep komen bij de gemeenteraad. Artikel 305c Gronden van weigering van een sloopvergunning 1. Een sloopvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien: a. voor zover artikel 56 van de woningwet van toepassing is, de in dat artikel bedoelde toestemming tot slopen is geweigerd; b. voor het slopen een vergunning ingevolge de Monumentenwet of een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening is ver eist en deze is geweigerd; c. het slopen in strijd zou zijnjmet een bestemmingsplan ter be scherming van een stads- of dorpsgezicht in de zin van de Monu-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1505