aan de raad der gemeente Breda t i P/1/33470 13-9-1978 Bijlage nr. 351 Voorstel van burgemeester en wethou ders tot wijziging van de gemeenschap pelijke regeling voor de keurings dienst van slachtdieren en van vlees in de kring Breda. Op 1 januari 1978 zijn de belangrijkste artikelen van de wet van 23 november 1977 Stb. 661 tot wijziging van de vleeskeurings- wet in werking getreden. De afschaffing van de nadere keuring op grond van artikel 8 van de vleeskeuringswet en artikel 50 van de veewet, het opheffen van de mogelijkheid bij gemeentelijke verordening het oprichten, hebben of gebruiken van particuliere slachterijen of inrichtingen bestemd tot of gebruikt voor het be werken of verduurzamen van vlees of vleeswaren te verbieden, als mede de overname door het rijk van de financiering van de vlees keuringsdiensten, noodzaakt tot het aanpassen van de gemeenschap pelijke regeling van de keuringsdienst van slachtdieren en van vlees in de kring Breda aan de nieuwe situatie. 2. In het huidige financieel statuut van de gemeenschappelijke re geling is bepaald dat de door de gemeente Breda gemaakte kosten integraal aan de exploitatie van de vleeskeuringskring worden doorberekend en dat de kringgemeenten in deze kosten bijdragen f een bedrag, gelijk aan het in betrokken kringgemeenten geheven w keurloon, alsmede een bedrag per inwoner, indien in enig dienst jaar de uit de geheven keurlonen verkregen opbrengst onvoldoende is om de kosten te dekken. De laatste jaren zijn de opbrengsten van de keurlonen in de kringgemeenten als gevolg van de terug loop van bedrijfs- en gezinsslachtingeji van dien aard geweest, dat de kringgemeenten jaarlijks hebben moeten bijdragen op basis van het inwoneraantal. Door de overname van de financiering van de vleeskeuringsdienst per 1 januari 1978 door het rijk kan het huidige financieel sta tuut in de gemeenschappelijke regeling (artikelen 6 en 8 van de regeling) vervallen. De rijksfinanciering heeft tot gevolg dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1533