bij bijl. nr. 351 I
Artikel 15.
Elke deelnemende gemeente kan uit deze regeling treden met ingang
van 1 januari van een dienstjaar, mits deze uittreding voor de
aanvang van het daaraan voorafgaand dienstjaar bij aangetekend
schrijven ter kennis van de overige deelnemende gemeenten wordt
gebracht.
Artikel 14.
1Deze regeling wordt opgeheven indien de raden van twee/derde
van het aantal deelnemende gemeenten daartoe besluiten. 'l|
2. De opheffing van deze regeling gaat niet eerder in dan op
de dag volgende op die, waarop de goedgekeurde besluiten in
de Nederlandse Staatscourant zijn gepubliceerd.
3. In geval van opheffing stelt de commissie een liquidatieplan
op; het plan wordt door de deelnemende gemeenten vastgesteld
en behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten van Noord-
Brabant. Hierbij kan van de regeling worden afgeweken.
4. Het liquidatieplan voorziet ook in de financiële gevolgen
die de opheffing voor het personeel van de dienst heeft.
Slotbe palingen
Artikel 15.
Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 7 van ,;J
de Wet gemeenschappelijke regelingen, worden geschillen, aan
gaande de uitvoering of de toepassing van deze regeling gerezens
voorgelegd aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant, ten einde
dit college in de gelegenheid te stellen partijen tot overeen
stemming te brengen.
Artikel 16.
Ten aanzien van de archiefbescheiden van de dienst zijn de voor
schriften omtrent de zorg, de bewaring en het beheer van de ar
chiefbescheiden, alsmede omtrent het toezicht daarop zoals die