Bij bijlage nr. 351 II
De raden, respectievelijk de colleges van burgemeester en wet
houders van de gemeenten Breda, Chaam, Etten-Leur, Geertruiden-
berg, Hooge- en lage ZwaluweKlundert, Made en Drimmelen, Nieuw-
Ginneken, Oosterhout, Prinsenbeek, Rijsbergen, Terheyden, Te-
teringen, Zevenbergen en Zundert, ieder voor zoveel het hun be
voegdheden betreft
besluiten:
vast te stellen de navolgende wijzigingen van de gemeenschappe-
f
lijke regeling van de keuringsdienst van slachtdieren en van
vlees voor de kring Breda:
Artikel I.
1. In artikel 1, tweede lid, wordt in plaats van "als bedoeld
in artikel 20, lid 3, van de vleeskeuringswet" gelezen: "als
bedoeld in artikel 23a, lid 3» van de vleeskeuringswet".
2. Artikel 4, 2e en 3e lid, vervallen.
Het 4e lid wordt genummerd als 2e lid.
3. De artikelen 5 en 6 vervallen.
4. Artikel 7 wordt gelezen als volgt:
1De regeling van de heffing en invordering van keurloon ge
schiedt door de raad van de centrale gemeente.
2. Burgemeester en wethouders van iedere kringgemeente wijzen|
gemeente-ambtenaren aan, die in die gemeente door burge
meester en wethouders van de centrale gemeente kunnen wor
den aangewezen om in hun plaats te treden met betrekking
tot het vaststellen van het bedrag van de nota en de invor
dering daarvan.
3. Het bedrag van het ontvangen keurloon wordt door de kring
gemeenten maandelijks voor de vijftiende van de maand vol
gende op die, waarin de gelden zijn ontvangen, afgedragen
aan de centrale gemeente.