- 2 - Li.jst A. Uit de inspraak naar voren gekomen opmerkingen, die rechtstreeks betrekking hebben op het verkeerscirkulatieplan 1Algemene opmerkingen 1.1. - Er ontbreekt een algemene visie op de funkties van de stad als geheel - De situering van arbeidsplaatsen in de binnenstad is onjuie - In het V.C.P. wordt een standpuntbepaling t.a.v. de waon- funktie van de binnenstad gemist. - Om de totale verplaatsingsafstand te beperken moet een groterE spreiding van voorzieningen worden nagestreefd, met minder na druk op de binnenstad. Voor een standpuntbepaling t.a.v. deze aspekten wordt verwezen naar het struktuurplanen de daaruit voortvloeiende 86 besluite) die in maart 1976 door de gemeenteraad zijn genomen. Deze hebber als uitgangspunt gegolden bij het opstellen van het verkeers cirkulatieplan. 1.2. - De onderlinge samenhang tussen uitgangspunten en doelstellingE is niet aanwezig. Met name uitgangspunt 4 (de keuzevrijheid voor bezoekers) is met de andere in strijd. - De leefbaarheid zou meer nadruk gekregen moeten hebben. - De afweging van belangen, met name de ekonomische, heeft niet evenwichtig plaatsgevonden. Het vaststellen van uitgangspunten en doelstellingen houdt niJ in, dat de daarin opgenomen wensen alle voor 100% bevredigd zullen worden. Van deze onmogelijkheid zijn wij ons van meet af aan bewust geweest. Het opstellen van doelstellingen heeft tot doel de richting aan te geven van waar naar gestreefd moet worde' De mate waarin aan deze strevingen tegemoet kan worden gekomen hangt af van de konsekwenties die dit voor andere doelstellingen heeft. In het verkeerscirkulatieplan is getracht tot een even-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 156