i
bijl. nr. 359
-2-
2. De financiële medewerking van het rijk
In de vergadering van de commissie bedrijven van 15 augustus 1978 is
gezegd, dat met economische zaken onderhandeld zal worden over een
overheidsbijdrage ter grootte van 13.000.000,
Dit bedrag is als volgt opgebouwd.
Aanloopverlies (deelexploitatie Breda) 10.200.000,
Aanloopverlies (aandeel N.V. P.N.E.M.) 2.800.000,
Laatstgenoemd aanloopverlies wordt door de N.V. P.N.E.M. niet gedecla
reerd bij economische zaken, reden waarom dit als onderhandelings- g
marge door Breda was ingebouwd.
Volledigheidshalve merken wij op, dat het woord "verlies" eigenlijk
niet juist is, omdat het positieve resultaat, genoemd in het raads
voorstel van 18 september 1978 ten bedrage van 11.700.000,is
ontstaan nadat het aanloopverlies is afgeboekt. Bij volledige ver
vulling van de uitgangspunten wordt het subsidiebedrag derhalve aan
het positieve resultaat toegevoegd.
Het bedrag van 10.200.000,ontstaat indien naast de overige uit
gangspunten de kleinverbruikersaardgasprijs in 1986 op oliepariteit*
is gebracht. Het beleid van economische zaken is echter gericht op
het verkrijgen van die pariteit in 1982.
Het aanloopverlies loopt dan terug tot 6.500.000,Deze beleids
overweging in aanmerking genomen heeft economische zaken uiteindelijk
de rijksbijdrage voor de realisatie van het onderhavige project stads,
verwarming vastgesteld op 9.000.000,
Een voorwaarde bij de subsidiëring was, dat in evenredigheid aan het
aantal jaren moet worden terugbetaald, wanneer het eerste winstjaar
van het deelproject Breda eerder valt dan in 1!
In het overleg is economische zaken bereid gebleken de prognose voor
het eerste winstjaar te bepalen op dat van het gehele project, te we
ten 1 986.
Gezien het feit dat de kans op terugbetaling nu belangrijk kleiner is
geworden doordat een en ander twee jaar eerder wordt getoetst, hebben
wij besloten U voor te stellen akkoord te gaan met het bedrag en de