jlage.1
itsen en wel:
le en de
an de
annex pomp-
a naar en in
zen in Bredn-
Haagse
tion func^|
te "omvormen"
uk.
benodigde
leidingnet vit
-Noord op
anslui tingen,
mden Oost
warmte aan
n aangesloten
ingen vanaf
orden aange-
van terrein-
neninstalle-
an Breda-N|\j 1 1
ten op de
heeft betrekkin
gen vanuit een
de op de
uilen u zodra
n zal dan
teringen
uitaten daer-
pporteerd.
Bij lage.2
bij bijlage nr. 3°0
Motivering materiaalkeuze.
1. Ten aanzien van de kwalitatieve vergelijking van de terreinleidingen
wordt voorgesteld om voor de aanleg in het gebiedsdeel Buys en Bolder-Zuid
voor de secundaire distributie te starten met de aanleg in het isolatie
systeem "Lebit".
Gedurende een aantal jaren is door het Enwa goede ervaring opgedaan
met deze methode van isolatie.
In het hiernavolgende is getracht een vergelijking weer te geven op basis
van de thans aanwezige gegevens.
2. De navolgende systemen voor warm-water-transport zijn nader bekeken:
1. Medium-voerende buis, staal, geïsoleerd met calcium silicaat- of
mineraal—, steen— of glaswol, waaromheen een uit staal gefabriceerde
mantelbuis.
2. Medium-voerende buis, staal, geïsoleerd met polyurethaanschuim (FUR)
waaromheen een uit kunststof gefabriceerde mantelbuis (HFE hard-
polyethyleen)
3. Medium-voerende buis, staal, geïsoleerd met bitumen, waarin zich
bevinden kurk of perlietkorrels (lebit of perrubit).
4. Medium—voerende buis, staal, geïsoleerd met waterafstotende poeders.
5. Medium-voerende buis, kunsthars, geïsoleerd met polyurethaanschuim
(PUR), waaromheen een uit kunsthars gefabriceerde mantelbuis.
6. Medium-voerende buis, staal, waaromheen kanalen van beton of kunst
stof. De kanalen kunnen ofwel zijn opgevuld met isolatiemateriaal
ofwel dat de beide buizen elk voor zich zijn geïsoleerd met een
isolatiemateriaal. Als isolatiemateriaal kan hierbij zijn gebruikt
glaswol of steenwol.
3.1.Voor het maken van een juiste keuze zullen een aantal uitgangspunten
moeten worden vastgelegd. Aan deze uitgangspunten moet elk der systemen
minstens voldoen om in aanmerking te komen voor het project van de
stadsverwarming.
1. Gegarandeerde levensduur van het systeem.
2. Geschiktheid van het systeem ten aanzien van de gekozen temperntuur-
niveaus.
3. Bestendigheid van het systeem in relatie tot de grondgesteldheid.
4. Kwetsbaarheid van het systeem.
5. Prijs van het systeem bij aanleg.
6. Het verwerken en onderhouden van het systeem (arbeidsintensiviteit).
Vanwege de nog weinig gedegen kennis van de diverse systemen, is het nog
niet mogelijk uitgangscriteria in zijn definitieve vorm op te stellen
voor de alle hierboven genoemde punten. Voor wat betreft de temperaturen
kan gesteld vorden dat voor de secundaire distributieleidingen deze is
gesteld op maximaal 100 C en voor het transport- en primaire distributie
net op maximaal 130 C.
Ten aanzien van de prijs van elk der systemen kunnen voor het plandeel
Ruys en Bolder, secundaire distributienet, vergelijkende prijzen naar
onderdelen als naar het totaal worden gegeven (zie hiervoor prijs
vergelijking kredietaanvraag plandeel Ruys en Bolder-Zuid).
- zie blad 2