bijl. nr. 363
-2-
op en herziening van de bestaande regelingen.
Naast een welvaartsvaste uitkering kan een ieder die binnen de ter
men van deze wet valt, op grond van artikel 57 van deze wet onder
andere in aanmerking komen voor voorzieningen welke strekken tot
verbetering van de levensomstandigheden, waaronder begrepen de te
gemoetkomingen in de kosten van aanpassing van woningen.
Het derde lid van genoemd artikel maakt het echter mogelijk deze
voorzieningen buiten het kader van de AAW te plaatsen, van welke mo
gelijkheid gebruik is gemaakt met betrekking tot onder meer ver
strekkingen waarvoor een regeling is getroffen onder de verantwoor
delijkheid van de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke or
dening.
Een en ander houdt in dat geldelijke steun voor de aanpassing van
een woning uitsluitend kan worden verstrekt op voet van een door
bovengenoemde minister getroffen regeling, waarmede tevens wordt
voorkomen dat de betrokkene voor de desbetreffende voorzieningen
ook nog een beroep doen op de AAW.
Gezien het bovenstaande, te weten de veelheid en onvolledigheid van
de regelingen en de onduidelijkheden van de daaruit voortvloeiende
procedures, alsmede de invoering van de AAW, werd besloten één
nieuwe afzonderlijke regeling in het leven te roepen voor de aan
passing van woningen ten behoeve van alle gehandicapten.
De nieuwe regeling, de "beschikking geldelijke steun huisvesting
gehandicapten"die met terugwerkende kracht in werking is getreden
per 1 oktober 1976, heeft als grondslag het besluit geldelijke steun
volkshuisvesting ten einde het mogelijk te maken de uitvoering zo
veel mogelijk te decentraliseren.
In summiere bewoordingen strekt de beschikking geldelijke steun
huisvesting gehandicapten tot volledige subsidiëring van de speci
fieke kosten van een noodzakelijke woningaanpassing. Indien de kos
ten minder dan 6.000,bedragen, wordt een bijdrage ineens ver
strekt; zijn de kosten hoger dan wordt gedurende twintig jaar een
gelijkblijvende jaarlijkse bijdrage verstrekt tot een bedrag gelijk
aan de gelijkblijvende annuïteit van een lening ten belope van de
door de minister aanvaarde kosten.