bijl. nr. 365 -5- publiek-belang van de gemeente. Hiervoor is er reeds op gewezen, dat de gronden die niet noodzakelijk zullen zijn voor de verdere expansie van het Albada Jelgersma concern, na realisering van de bestemming, volledig beschikbaar zullen komen voor de vestiging van andere bedrijven. 5) Volledigheidshalve wil verzoekster erop wijzen, dat - ook afgezien van het vorenstaande - een onteigeningsbesluit met betrekking tot de gronden van verzoekster niet oppor tuun is. De Kroon eist, dat alvorens een besluit tot onteigening van gronden wordt genomen, er door de overheid moet zijn onderhandeld over de aankoop in der minne van die gronden. Eerst nadat is gebleken dat serieuze onderhandelingen niet tot resultaat hebben geleid, kan van een noodzaak tot ont eigening sprake zijn. Hoewel het de gemeente vóór de ter visielegging van het onteigeningsplan bekend was, dat verzoekster de onderhavige grond had aangekocht - zij het dat deze nog niet juridisch aan haar waren geleverd - heeft de gemeente zich nimmer om trent aankoop van de gronden tot verzoekster gewend. Van serieuze pogingen en onderhandelingen om de gronden in der minne van de vorige eigenaar, de heer J.W.A.M. Ansems, te verwerven is evenmin sprake geweest. Op vorenstaande gronden maakt verzoekster bezwaar tegen ont eigening van de haar in eigendom toebehorende percelen ka dastraal bekend gemeente Ginneken sectie N nos. 2871 en 2925. Bezwaarschrift Th. Janssen Paaien Het perceel van de firma Kreitlein, dat in het bestemmingsplan Mo- leneind-Oost 1975 (vastgesteld door de raad op 22 juni 1978) de bestemmingen "kantoren handel en bedrijf K-HB" en "beplantings- strook" heeft, is voor de realisering van dit bestemmingsplan on misbaar. Het huidige gebruik van het terrein (grotendeels opslag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1638