- 11 -
3.2. - Gevraagd wordt om een uitbreiding van het openbaar vervoer
door middel van extra lijnen en/of frekwentie-verhoging
Het huidige lijnennet is afgestemd op de kwaliteitsnorm,
dat de loopafstand tot een halte niet groter is dan 400 m.
De frekwentie is minimaal 30 minuten. Deze wordt afhankelijk
van het aantal te bedienen personen verhoogd tot 15 min. als
gunstigste frekwentie op dit ogenblik.
De lijnlengte en de frekwentie tezamen bepalen het aantal
bussen, dat voor de exploitatie ingezet moet worden. In Breda
is dit op het ogenblik 20, met een totaal aan kosten van
5.000.000,- per jaar.
De opvoering van de frekwentie vraagt veel extra materieel
en personeel. Een verdubbeling van de frekwentie op het ge
hele net zal de kosten cirka twee keer zo hoog maken.
In dit geval zal bovendien de verhouding tussen spits- en dal
periode slechter worden, waardoor het totale rendement sterk
terugloopt
In het algemeen worden de kosten voor kwaliteitsverhoging voor
slechts 20% door opbrengst-verhoging goed gemaakt.
Ten opzichte van de rijksoverheid moet de noodzaak van iedere
wijziging in lijnennet of frekwentie aan de hand van bezet-
tingscijfers aangetoond kunnen warden, anders worden de te
korten, die thans ca. 50%> van de totale kosten bedragen, niet
afgedekt
Op basis van het huidig gebruik van het openbaar vervoer is
de noodzaak voor een uitbreiding in de mate, waarom werd ver
zocht, niet aan te tonen.
3.3. - Gevraagd is om een kwaliteitsverhoging van het openbaar ver
voer door gebruik te maken van oproepsystemen, bijvoorbeeld
voor een 's avonds en 's nachts te exploiteren bustaxi.
Een algemeen te gebruiken oproepsysteem vraagt zeer hoge inves
teringen, terwijl een gunstige invloed hiervan op de kwaliteit
nog niet is aangetoond