bij bijlage nr. 369
-4-
De opnamekosten zijn berekend voor 7 radiatoren in een woning.
Voor meer of minder radiatoren wordt 2,25 per radiator bijge
teld of afgetrokken. De opnamekosten vervallen bij de afreke
ning die geschiedt op basis van 1 caloriemeter voor een groep
percelen als bedoeld in artikel 53, lid 2.
De terreinleidingverliezen zijn gebaseerd op een installatiewaar-
de van 10.000 kilocalorieën per woning en 1500 bedrijfsuren.
Het bedrag wordt bij een hogere c.q. lagere installatiewaarde
verhoogd of verlaagd in verhouding tot de geïnstalleerde capaci
teit.
3. Elk ketelhuis zal worden belast voor de werkelijke verbruikte
hoeveelheden brandstof, omgerekend naar de hiervoor vermeld be
doelde gemiddelde inkoopprijs.
De directeur is bevoegd om het brandstofverbruik van alle of
meerdere ketelhuizen tezamen vast te stellen en op basis daar
van te verrekenen, mits de warmtemeting in de verschillende wij
ken vergelijkbaar is of wordt gemaakt en voor zover de afreke
ningsmethode in die wijken gelijk is.
4. De verbruiker is, onverminderd het bepaalde in artikel 51per
jaar tenminste een bedrag verschuldigd, dat betaald zou moeten
worden, indien zijn verwarmingsinstallatie 600 bedrijfsuren
volledig in gebruik zou zijn geweest.
Artikel 2:
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1979.
Aldus besloten in de openbare
vergadering van
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.