- 16 - waarborgen geschapen moeten worden voor de veiligheid van het fietsverkeermet de mogelijkheid voor de fietsers om ook andere routes te kiezen, hetgeen als een verhoging van de kwaliteit be schouwd kan worden. Het aanwijzen tot fietsroute heeft als gevolg dat de gehele route getoetst moet worden aan een aantal voorwaarden, die een dergelijk! route inderdaad aantrekkelijk voor de fiets maken. Deze hebben uiteraard betrekking op de veiligheid, maar vooral ook op de kwa liteit. Deze kwaliteit wordt mede bepaald door het wegdek, maar, ook door de kansen dat een fietser moet stoppen. Qm deze zo be perkt mogelijk te houden zal een fietsroute bij voorkeur als voorrangsweg aangewezen dienen te worden. Verder moet gedacht worden aan het beperken van autoverkeer op deze route en het zo veel mogelijk tegengaan van geparkeerde auto's op de rijbaan. 4.2. - Probeer het huidige heoge aandeel van de fiets in het totale verplaatsingspatroon te handhaven. Om dit te bereiken is in het verkeerscirkulatieplan ruime aandacht aan het langzaam verkeer geschonken en zijn de daarvoor noodzake lijke maatregelen voorgesteld om een kader te scheppen, waar binnen dit doel bereikt zou kunnen worden. 4.3. - Gesteld wordt, dat de mogelijkheid om tweerichtingsverkeer voer (brom)fietsen in éénrichtingsverkeerstraten toe te laten niet betekent, dat deze maatregel inderdaad ingevoerd moet worden als niet vooraf voldoende bekend is over het aanbod van fiets verkeer in deze straat. Naar onze mening betekent het invoeren van tweerichtingsverkeer voor (brom)fietsen een kwaliteitsverhoging die niet afhankelijk gesteld moet worden van een kwantitatieve vraag. Waar dit mogelij' is zal dit tweerichtingsverkeer dus worden toegelaten. Uiteraard dient hiervoor altijd een afweging plaats te vinden tussen deze kwaliteitsverhoging voor het langzame verkeer en de gevolgen die dit kan hebben voor de verkeersveiligheid en de hoeveelheid par keerplaatsen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 170