a - 18 - 4.8. - Gevraagd wordt om onderschied te maken tussen fietsers en bromfietsers, omdat bromfietsers op de rijbaan en niet op een fietspad horen. Dit probleem doet zich slechts bij vrijliggende fietspaden voor. Bij het gebruik van aanliggende fietsstroken of suggestie stroken bestaan er in het R.V.V. geen mogelijkheden tot een scheiding van fietsers en bromfietsers te komen. Waar in het konsept-verkeerscirkulatieplan langzaam verkeers- routes worden voorgesteld wordt niet in de eerste plaats aan vrijliggende fietspaden gedacht, maar aan anders gerichte maat regelen (zie ook 4.1.}. Ook hier zal een scheiding dus niet mogelijk zijn. Op die plaatsen waar thans vrijliggende fietspaden aanwezig zijn is de verkeerssituatie over het algemeen zo, dat de onveiligheid zou toenemen door hst toelaten van bromfietsen op de rijbaan. Dit voorstel kunnen wij daarom in zijn algemeenheid niet onder steunen'. Slechts in incidentele gevallen zal hierdoor inderdaad een verbetering kunnen ontstaan. 4.9. - Aandacht wordt gevraagd voor fietsverbindingen tussen de wijken onderling en naar omliggende plaatsen. Het konsept-verkeerscirkulatieplan is in de eerste plaats gericht op de konsekwenties hiervan voor het buiten de binnenstad gelegen gebied. Dit is de reden dat op het bedoelde probleem thans nog niet wordt ingegaan. Bij de uitwerking van deelplannen voor buiten de binnenstad gelegen buurten zal dit zeker wel gebeuren. 4.10. - Gevraagd wordt om voldoende, veilige fietsenstallingen in de binnenstad - Opgemerkt wordt dat bij het bepalen van de behoefte aan fietsen stallingen ook een inventarisatie gemaakt moet worden van het in de avond en het weekeinde aantal geparkeerde bromfietsen in de omgeving van de Havermarkt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 172