bijl. nr. 384
-6-
Ad C: D. Drewel, Lorentzstraat 68, Breda.
Appellant verzoekt hem en de overige bewoners duidelijker voor
te lichten en de plannen niet in uitvoering te zullen nemen
zonder overleg met de bewoners.
Appellant is van mening dat de aanleg van langsparkeerhavens
in de Lorentzstraat overbodig is, omdat er in die straat geen
enkel parkeerprobleem is.
Ad D: J.B.N. Laurijssen, Allerheiligenweg 277, Breda.
Appellant maakt bezwaar tegen het ontwerp-bestemmingsplan Mar
veld-Wolfslaaromdat in het plan een trapveldje is gecreëerd
grenzend aan het landelijk gebied en de Valentijnlaan, wat niet
toereikend is.
Dit gedeelte wordt als zodanig nauwelijks gebruikt, maar wel
de groenstrook liggend tussen de huidige bestemmingsgrens en
de grens van de kwekerij van de dienst van beplantingen.
Aan het bezwaarschrift van appellant kan worden tegemoet gekomen
door het trapveldje uit te breiden en de grens van het bestem
mingsplan te verleggen naar de grens van de kwekerij.
Ad E: P.M. Kars, Hubertuslaan 20, Breda.
Appellant maakt bezwaar tegen het ontwerp-bestemmingsplan en
gelden met name voor de hoek Valentijnlaan-Allerheiligenweg-
Ulvenhoutselaan.
Appellant vraag zich af of de percelen kadastraal bekend ge
meente Ginneken, sectie D nrs. 1657, 1658 en 1659 niet eerder fij
thuishoren in een plan betreffende de Ulvenhoutselaan vanaf de
kruising met de Allerheiligenweg richting Ulvenhout, tot de
gemeentegrens. In een dergelijk plan kan dan bepaald worden
in hoeverre het toelaatbaar geacht wordt "in tweede lijn"
te bouwen (D 1657 en 1658).
Appellant draagt twee alternatieven aan n.l. 1e de plangrens
zodanig te verleggen dat deze in het zuiden komt te liggen
langs perceel sectie D nr. 1626; 2e de plangrens zodanig te
verleggen dat deze in het zuiden samenvalt met de gemeente
grens en parallel loopt aan de Ulvenhoutselaan vanaf de