1 -8- bijl. nr. 384 -9- r. 1658 of agrarische gaat wor- te bouwen' len 1657 en s heeft jn'laan ach- ng "sport- n terrein iter perceel .ng"waar- i nog 10 link. Barbare uningsplan straat een igen alwaar (ïmers hun lat is des slukken al-. ee minder tegemoetgeko- ri. wij het vol legenheid op het Crispijnhof zou zijn, is blijkens een gehouden verkeersonder- zoek niet juist. Gebleken is dat er op een min of meer ongeordende wijze op trot toirs wordt geparkeerd. Wij zijn evenwel niet van plan buiten ver zoek van en zonder overleg met de bewoners tot aanleg van par keergelegenheid over te gaan. Dit is ook de gangbare procedure in de gevallen waarbij de ver keersveiligheid niet of nauwelijks in het geding is. Wel is in de bij deze bestemming behorende regeling het parkeren opgenomen. De vorm waarin de eventuele aanleg zou kunnen geschieden vindt in nauw overleg met de bewoners plaats. 2. Bezwaarschrift M.M.E.C. Der.yckereGertrudisstraat 41, Breda en 1' andere bewoners van de Gertrudisstraat. De bezwaren welke zijn ingebracht tegen de aanleg van parkeerhavei kinderspeelplaatsen en overige veranderingen die in de toelichting behorende bij het ontwerp-bestemmingsplan zouden worden voorgestai berusten veelal op een misverstand. Het is thans n.l. gebruikelijl om niet één algemene verkeersbestemming aan te geven, maar binnen het stratenpatroon een differentiatie van verkeersdoeleinden aan te brengen, waaruit de aard en het gebruik van de straat duideliji blijkt. Gesteld kan worden dat de bestemmingen geenszins aangeven dat reconstructies c.q. herinrichtingen moeten plaatsvinden doch wel tot de mogelijkheden behoren. Ons college is van mening, dat een gesprek met de bewoners eerst dan zinvol is wanneer een verzoek van de bewoners tot herinrich ting van de straat wordt gedaan of de gemeente in het kader van het herbestratingsprogramma daartoe een initiatief wil nemen en een en ander binnen de financiële mogelijkheden van de gemeente ligt. Op kaart no. 50081 betreffende de speelvoorzieningen is een over zicht van de bestaande en de eventueel nog aan te leggen speel voorzieningen. De conclusie van de appellanten dat de gemeente to inrichting van de speelplaats met geprefabriceerde speeltuigen zoi willen overgaan en daarmee de verfraaiende werking van de huidige speelplaats te niet zou willen doen, komt ons college vreemd voor. In de xn de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1750