bijl. nr. 384
-11-
De mogelijkheden langs de TJlvenhoutselaan en het daarachter ge
legen gebied zijn reeds vastgelegd en daarin zal in de toekomst
geen wijziging worden gebracht. Voor het meer in de directe be
bouwingssfeer gelegen eerste gedeelte van de Ulvenhoutselaan
tot aan het pompstation is in de voorschriften een maximale maat
gemeten uit de voorgevelbouwgrens aangegeven, waarbinnen gebouwd
mag worden. Wij zijn van mening, dat hiermede tevens de begren
zing van het bestemmingsplan is gemotiveerd en de begrenzing
tot waar bebouwing mag komen is vastgelegd zodat naar onze me
ning aan het verzoek van appellant is voldaan.
Ten aanzien van het verzoek van appellant om een maximale opper
vlakte voor een bouwperceel achten wij gezien het feit dat dit
niet wordt voorgestaan weinig zinvol. Bovendien is de bestemming
"woondoeleinden" E1 (2)A met de daarbij behorende tuinen duide
lijk begrensd door de aangrenzende bestemming "agrarische doel
einden B" in het vigerende bestemmingsplan Wolfslagtiend.
Bezwaarschrift G.J.J. de Jong, Parkstraat 24, Breda.
Met betrekking tot het bezwaar van appellant tegen de in- en uit
ritten over het perceel van het pompstation, delen wij U mede,
dat ingeval er een woning gebouwd wordt op perceel sectie nr.
1659 de toegang dient te geschieden over de thans afgesloten
oprit van perceel nr. 1658 of 1657.
Met betrekking tot de vrees van appellant dat een gedeelte van
het perceel nr. 2642 als particuliere tuin behorende bij een
eventueel te bouwen woning op de percelen 1657 of 1659 gebruikt
gaat worden en dat er meer dan een woning gebouwd kan worden de
len wij U mede, dat het perceel nr. 2642 gelegen is buiten het
onderhavige ontwerp-bestemmingsplan doch in het vigerende be
stemmingsplan Wolfslagtiend en de bestemming "agrarische doel
einden B" heeft.
Het bezwaar van appellant berust waarschijnlijk op een misver
stand, dat is ontstaan doordat in het aanvankelijke ontwerpplan
dit perceel gedeeltelijk de bestemming "woondoeleinden" had. In