mm bijl. nr. 385 ter en wethouders een gedragslijn gevolgd die niet strookt met de nagestreefde uniformiteit van bouwwerken in dezelfde straat, c.q. nabij gelegen wegen. Appellant verzoekt alsnog de gevraagde vergunning te willen ver lenen, aangezien deze op grond van welstandseisen en niet op grond van technische bouwvoorschriften is geweigerd. Met betrekking tot de verleende vergunning voor het aanbrengen van een dakkapel aan het pand Verhuellweg 2 dient het volgende te wor den opgemerkt. In de destijds ingediende aanvraag werd vermeld dat deze dakkapel zou worden uitgevoerd overeenkomstig de eerder gerealiseerde dak- v- kapel aan het pand Karei Doormanlaan 8. De welstandscommissie acht te toen deze vorm van ruimtewinst door middel van een dakhuis niet aanvaardbaar, maar wees erop dat in de jaren 1965, 1966 en 1967 voor de woningen Karei Doormanlaan 13, 15 en 27 vergunningen waren ver leend voor dergelijke dakkapellen. In verband daarmee is in het ge val van de Karei Doormanlaan 8 op 17 juni 1974 de bouwvergunning verleend. De dakhuizen van de Karei Doormanlaan 13, 15 en 27 vertonen door vorm op nog aanvaardbare wijze relatie met de bestaande architectuur van de ter plaatse aanwezige woningen. Het is denkbaar te achten, dat op basis hiervan vergunningen worden verleend, hoewel dergelijke dakhuizen uit welstandsoogpunt niet aan vaardbaar zijn. Bij de dakkapel van de Verhuellweg 2 is ernstig afgeweken van de verleende bouwvergunning. Betrokkene is door ons college aangeschre-,j ven het gebouwde te slopen of in overeenstemming te brengen met de verleende bouwvergunning. Door de welstandscommissie is wel positief geoordeeld over het plaat sen van de dakkapel aan het pand Verhuellweg 13- Door het aanhouden van een inwendige hoogtemaat van 1.85 m, een uitwendige breedte van 2.75 m en de plaatsing in het dakvlak, alsmede de wijze van construc tie is een meer fijnschalige dakopbouw ontstaan, die meer harmonieert met de zorgvuldige architectuur van dit type woningen. Bij de ingediende bouwaanvraag van appellant werd geconstateerd, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1758