aan de raad der gemeente Breda Ond/O/37348 15-11-1978 Bijlage nr. 388 Voorstel van burgemeester en wet houders betreffende de instandhouding van de openbare kleuterschool Mol straat 36 Ingevolge het bepaalde in artikel 11 van de kleuteronderwijswet dient Uw raad vóór 1 februari te besluiten tot opheffing van een openbare kleuterschool, waarvan het gemiddeld aantal kleuters in drie opeenvolgende jaren, waaronder niet begrepen het jaar van ope ning, minder bedraagt dan 60. Op verzoek van de gemeenteraad kan de minister in bijzondere ge vallen voor een jaar of tot wederopzegging bepalen, dat een school wordt in stand gehouden, ook al is het aantal kleuters minder dan bovengenoemd aantal. De termijn van een jaar kan telkenmale met een jaar worden verlengd, mits het gemiddeld aantal kleuters in het voorafgaande jaar niet minder dan twintig heeft bedragen. Met toepassing van bovengenoemd wetsartikel heeft de minister op Uw verzoek op 5 april 1978 bepaald, dat de kleuterschool Molstraat 36 over het jaar 1978 in stand kan worden gehouden. Argumenten daarvoor waren: a. In het noordelijk stadsgedeelte bevinden zich twee openbare kleu terscholen, t.w. Molstraat 36 en Vlimmerenstraat 35- Wegens de excentrische ligging van laatstgenoemde school is samenvoeging van beide scholen niet mogelijk. b. De kleuterschool is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van een openbare lagere school. c. Gezien het aantal kleuters, voorziet de school nog duidelijk in een behoefte. Van de in de stad aanwezige openbare kleuterscholen voldoet thans opnieuw de school Molstraat 36 niet aan de vereiste norm. Het ge middeld aantal kleuters over de jaren 1976 t/m 1978 bedroeg 51,3, 57,6 en 51,6. Ten einde de instandhouding te verzekeren, dient der-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1768