i aan de raad der gemeente Breda -4- erwi js verzoek, v. de aanwezige endat s "bleek vochtige 1 noodza|fJ kunnen een c.v.- de ver- eding nde van 20 - ge- la ij ge dra- t het rbij te in de ver en. concept- liggen vereen- Breda, eester aris Ond/O/37392 15-11-1978 Bijlage nr. 391 Voorstel van burgemeester en wet houders betreffende de instand houding van de openbare lagere school Doelakkerstraat 7. Ingevolge het bepaalde in artikel 22bis, lid 1 der lager-onder- wijswet 1920 dient de raad van een gemeente met 100.000 of meer ingezetenen te besluiten tot opheffing van een openbare school voor gewoon lager onderwijs, indien het gemiddeld aantal leer lingen over het voorgaande kalenderjaar minder bedraagt dan 125. Het vorenstaande is voor een termijn van drie jaren niet van toe passing, indien de instandhouding van de school wordt gevorderd op grond van het bepaalde in artikel 19, lid 1der wet. Overeenkomstig het bepaalde in dit artikel moet in elke gemeente voldoende lager onderwijs worden gegeven in een genoegzaam aantal scholen, welke voor alle kinderen zonder onderscheid van gods dienstige gezindheid toegankelijk zijn. Eveneens kan de minister op verzoek van de gemeenteraad in bij - zondere gevallen telkens voor een jaar of tot wederopzegging be palen, dat een school wordt in stand gehouden (art. 22bis, lid 6). Van de in de stad aanwezige openbare scholen voor g.l.o. voldoet de school Doelakkerstraat 7 tot op heden niet aan de minimum eis van 125 leerlingen; het gemiddeld aantal in 1978 bedroeg 113,6. De instandhouding van de school wordt tot 1 januari 1979 verze kerd door een overeenkomstig het bepaalde in art. 22bis, lid 6, door de minister genomen besluit. De noodzaak van een goede spreiding van de openbare scholen over de stad, het feit, dat blijkens de huidige bezetting van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1778