aan de raad der gemeente Breda Ond/1/36816 15-11-1978 Bijlage nr. 394 Voorstel van burgemeester en wet houders tot vaststelling van de toelageregeling voor plaatsver vangende hoofden van scholen voor buitengewoon onderwijs. Van diverse besturen van scholen voor buitengewoon onderwijs, o.a. het bestuur van de opvoeding- en onderwijsstichting St. Marie te Huybergen en het bestuur van de stichting Katholiek Buitengewoon Onderwijs voor ziekelijke kinderen en kinderen met leer- en op voedingsmoeilijkheden te Breda, is het verzoek binnengekomen om een toelage te verstrekken aan de onderwijzer, die naast deze func tie optreedt als plaatsvervangend hoofd van de school. Het rijk vergoedt normaliter de salarissen van het onderwijzend personeel voor het buitengewoon onderwijs. In de salarisregeling is echter geen rekening gehouden met een eventuele toelage voor een plaatsvervangend hoofd der school. Op grond van artikel 23 lid 2 en artikel 194 lid 1 van het besluit buitengewoon onderwijs 1967 is Uw raad bevoegd een dergelijke toe lageregeling vast te stellen. Het daartoe strekkende raadsbesluit is ingevolge artikel 23 lid 4 van voornoemd besluit aan de goed keuring van gedeputeerde staten onderworpen, volgt "De gemeenteraad is bevoegd aan de onderwijzers een beloning toe te kennen op grond van hun aanwijzing tot plaatsvervangend hoofd der school" "Indien de gemeenteraad hetzij voor een school der gemeente, hetzij voor een met één of meer andere gemeenten in stand gehouden school, gebruik maakt van één der in artikel 23 toege kende bevoegdheden, is hij gehouden tot toe kenning van een gelijke beloning, onderscheiden lijk tegemoetkoming aan hoofden en pnderwijzers die zijn verbonden aan in de gemeente gevestig de bijzondere scholen, waarvoor aanspraak be staat op de rijksbijdrage en die in hetzelfde De wettekst is als Artikel 23 lid 2 Artikel 194 lid 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1789