bijl. nr. 398 J 9. Het laatste bezwaar heeft meer te maken met de algemene verkeers situatie dan met de directe belangen van de omwonenden. Alle toe leveranciers zijn eenvoudigweg niet in staat met hun transport middel van de Grintweg rechtstreeks op de Korte Dreef te draaien Ten slotte wordt nog vermeld dat de Zandstraat van oudsher als elementair verbindingselement werd beschouwd. Dit zou geheel aansluiten bij de instructies van de dienst van openbare wer ken welke bij de bouwaanvrage voor de perceelsnummers 1440 en 1690 de bewoners verplicht hebben de bebouwing dusdanig te doen plaatsvinden dat de voorgevels van de woonhuizen de verbinding Korte Dreef/Hooydonkseweg, derhalve het verlengde van de Zand straat als straatkant kregen. Alvorens concreet op bovenvermelde bezwaren in te gaan willen wij hier de volgende opmerkingen plaatsen. Ten eerste is het bezwaarschrift gericht aan ons college. Hoewel ingevolge artikel 11, lid 2, van de wegenwet de bezwaren bij Uw raad hadden moeten worden ingediend en formeel derhalve de bezwa ren niet-ontvankelijk verklaard kunnen worden, stellen wij U voor de normale bezwarenprocedure te voeren en de bezwaren in behande ling te nemen. Ten tweede is ons na een ingesteld onderzoek gebleken dat van de ondertekenaars van het bezwaarschrift slechts de families Winkelaar Bruining, Remie en van Riel regelmatig van de Zandstraat gebruik Jiaken. Wij zijn dan ook van mening dat de kring direct-belanghebben ™en aanzienlijk kleiner is dan in het bezwaarschrift wordt voorge wend. Ten derde merken wij ter verduidelijking nog op dat vanaf het eerste contact met de buurtbewoners van gemeentewege is toegezegd, dat ter ondervanging van de bezwaren tegen de afsluiting van de Zandstraat de gemeente bereid is een gedeelte van de Korte Dreef, als vervanging van de Zandstraat te verharden, zodat de aanliggende percelen van een goede uitweg verzekerd zouden zijn (zie tekening)* Met in gedacht deze toezegging van de gemeente, waardoor de bezwa ren ons inziens in een geheel ander daglicht komen te staan, zal hierna tot behandeling van de aangevoerde bezwaren afzonderlijk wor den overgegaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1804