bij bijlage nr.400
Verordening regelende de medezeggenschap van de ambtenaren werk
zaam bij de gemeente Breda.
Begripsbepaling
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Organisatiede plaatselijk werkende groepering van een lande
lijke vereniging van overheidspersoneeldie is toe
gelaten tot de in de overlegverordening bedoelde
commissie voor gemeentelijk overleg in personeels
zaken
de gemeentesecretarie, de gemeentelijke diensten en
de diensten, gesteld onder een commissie ex artikel
61, sub a, van de gemeentewet;
degene op wie het algemeen ambtenarenreglement of
de arbeidsovereenkomstenverordening van toepassing
is.
Dienst
Ambtenaar
bij de
dienst
Instelling
Artikel 2.
Burgemeester en wethouders stellen een medezeggenschapscommissie
in bij elke dienst, waarbij tenminste 25 ambtenaren werkzaam zijn
indien één of meer organisaties of tenminste 9 ambtenaren bij de
dienst deugdelijk gemotiveerd daarom verzoeken.
Samenstelling
Artikel 3.
1. De medezeggenschapscommissie is samengesteld uit de volgende
leden: het hoofd van dienst en een nader door burgemeester en
wethouders te bepalen aantal gekozen leden.
2. Het aantal gekozen leden bedraagt tenminste 4 en ten hoogste
12.
3. Kiesgerechtigd is iedere ambtenaar bij de dienst.
4. Verkiesbaar is ieder lid van een organisatie, die ambtenaar
is bij de dienst.
Kandidaatstelling
Artikel 4
1. De kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de
medezeggenschapscommissies is voorbehouden aan de organisaties.
2. Indien door de organisaties één gezamenlijke kandidatenlijst
wordt ingediend telt deze tenminste vier kandidaten meer dan
er plaatsen in de betreffende medezeggenschapscommissie te
vervullen zijn. Als er twee kandidatenlijsten worden ingediend,
bedraagt het aantal kandidaten op elke lijst tenminste de helft
plus twee van het aantal te vervullen plaatsen; bij drie of
vier kandidatenlijsten tenminste respectievelijk 1/3 of 1/4
plus een van het aantal te vervullen plaatsen.
Verkiezing
Artikel 5.
Burgemeester en wethouders stellen ten aanzien van de kandidaat
stelling en de verkiezingsprocedure van leden van de medezeggen
schapscommissie nadere regelen, die niet in strijd mogen zijn met
deze verordening.