-4-
-5-
raad van
tuigt voor
m.n. op
n het plan
kennelijk
verkeer
natieven en
innerlijk;
elijk be-
eeld ener zijd»
hoofdverkeei»
als doelstel
verminde riiï
t voor het
keuze m.b.t.
r en parkere*
he en dienst-
het karaktei
n rijkssteun!
opzet van J
is: de opzet
nanciële haai
groting wordt
ezen op de ot-
ngende parkeet
atieplan kofflt
de bestuurlij
op de omstand^
heid dat het zwaartepunt in het VCP met name lijkt te liggen op
(samenwerking tussen) de overheid en zakelijke belanghebbenden. Ge
wezen wordt op de samenstelling van de parkeeradviesraad en de taak
van het gemeentelijke Parkeerbedrijf
7. Inspraak en overleg.
De StAR zou aan een grotere rechtszekerheid met betrekking tot het
VCP de voorkeur hebben gegeven, te meer omdat de democratische be-
invloeding en bescherming van individuele burgers m.b.t. het onder
havige plan ten achter staat bij de mogelijkheden en zekerheden die
de wet op de ruimtelijke ordening ende komende wet op de Stadsver
nieuwing geven. Op dit punt wordt Uw college in overweging gegeven
de feitelijke uitvoering van het plan te doen plaatsvinden in -ge
organiseerd- overleg met de burgerij.
ad 1
Een verkeerscirculatieplan heeft geen directe juridische
binding in de richting van de burgers. Het is een beleids
plan, dat middels afzonderlijke en nadere besluiten tot
uitvoering gebracht moet worden. Het voornaamste motief
om met een verkeerscirculatieplan te komen -zeker voor
wat betreft de binnenstad- was om meer duidelijkheid te
scheppen met betrekking tot de besluitvorming op 8/9 maart
1976. Niet alle in het kader van het verkeerscirculatie
plan te verrichten werken behoeven vastlegging in een
formeel ruimtelijk plan. Voor zover de wet dit eist zal
dit natuurlijk geschieden. Zoals wij in het preadvies reeds
hebben gesteld zullen de uitwerking en de vormgeving van
de detailplannen daar waar mogelijk geschieden in overleg
met belanghebbenden,
ad 2.
Met betrekking tot de opmerking over te oude onderzoeks
gegevens en prognoses merken wij op, dat het inderdaad zo
is, dat elk onderzoeksmateriaal voortdurend moet worden
bijgesteld. Elk onderzoek is een moment-opname.In deel
I Verkeers- en Vervoersplan van 1970 zijn bepaalde aanna
men gedaan tot 1990. Deze aannamen en de daarop gebaseer-