bij bijl. nr. 412
-2-
In de plaats van het vervallen artikel 26 wordt vastgesteld een
nietiw artikel 26, luidende:
Artikel 26.
1De leges bedragen voor het in behandeling nemen van een aan
vraag om een vergunning als bedoeld in de artikelen 2 of 6a
van de hinderwet 110,
2. Indien de vergunning wordt verleend voor een inrichting of
een gedeelte van een inrichting, en de vergunning heeft be
trekking op een of meer van de hierna onder a tot en met k ve
melde onderdelen, wordt het bedrag van 110,verhoogd met
het bedrag dat voor elk van die onderdelen hierna is vermeld.
a. Inrichtingen met een of meer krachtwerktuigen enz. als be
doeld in het hinderbesluit onder artikel 1 categorie 1a en
1b, met een of een gezamenlijk nominaal vermogen in kW van
10 doch minder dan 25 55,
25 doch minder dan 50 "110,
50 doch minder dan 100 275,
100 doch minder dan 250 550,
250 doch minder dan 500 825,
500 doch minder dan 1000 1.100,
1000 of meer 1.100,vermeerderd met 55,voor elke
100 kW of een gedeelte daarvan boven de 1000 kW.
b. Inrichtingen met een of meer drukhouders enz. als bedoeld
in categorie Ha en b van artikel 1 van het hinderbesluit,
alsmede vaten bestemd voor de bewaring van cryogene vloei
stoffen met een of een gezamenlijke inhoud van:
0,3
m3
doch
minder
dan
1 ,5
m3
55,—
1 ,5
m3
doch
minder
dan
10
m3
165,—
10
m3
doch
minder
dan
20
m3
220,—
20
m3
doch
minder
dan
50
m3
385,—
50
m3
doch
minder
dan
150
m3
605,—
150
m3
doch
minder
dan
500
m3
990,—
500
m3
doch
minder
dan
1000
m3
1.595,—
1000 m3 of meer 1.595,vermeerderd met 80,voor
elke 100 in 3 of een gedeelte daarvan boven de 1000 m3.