bij bijl. nr. 413
-2-
Artikel III.
Artikel 6 wordt geschrapt.
Artikel IV.
In de plaats daarvan wordt vastgesteld een nieuw artikel 6 luidende:
Artikel 6.
1. Voor elke volle 3.000,van de heffingsgrondslag bedraagt de
belasting bedoeld in
artikel I, eerste lid, letter a 6,50;
artikel I, eerste lid, letter b 8,60.
2. Belastingaanslagen van minder dan 10,worden niet opgelegd.
Artikel V.
Na artikel 7 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7a.
De in artikel 1, eerste lid, letter a bedoelde belasting wordt niet
geheven ter zake van een onroerend goed, niet zijnde een aanhorigheid
als bedoeld in artikel 3, tweede lid, dat in hoofdzaak is bestemd
om als een zelfstandige garage te kunnen worden gebruikt en waaraan
een heffingsgrondslag is toegekend van minder dan 9.000,
Artikel VI.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1979.
Aldus vastgesteld in zijn
openbare vergadering van
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris.