vervoer en vrijheid van keuze van het vervoermiddel, merken wij op, dat in het verkeerscirculatieplan er dui delijk van wordt uitgegaan het openbaar vervoer meer fa ciliteiten te geven dan deze thans heeft, maar dat de be reikbaarheid vahi d e binnenstad voor de auto gewaarborgd blijft. Er zal een zodanige bereikbaarheid van de binnen stad voor de auto voorzien blijven, dat het ook voor de autorijder aantrekkelijk blijft zich met dit vervoermiddel naar de binnenstad te begeven. Beide doelstellingen zijn daarom naar onze mening niet met elkaar in strijd. ad 5 Bij het opstellen van de meerjarenbegroting is rekening ge houden met de bekende wensen op het gebied van het verkeer en parkeren. Het uitvoeringsplan wordt daardoor niet schematisch en fragmentarisch.De meerjarenbegroting geeft alleen aan welke budgettaire ruimte er in die jaren is voor zaken als het parkeren en het verkeer. Met het oog op die beperkte capa citeit heeft een prioriteitsstelling moeten plaatsvinden, een prioriteitsstelling evenwel, waarbij heel nadrukkelijk de onderlinge verbanden en samenhangen in het oog zijn ge houden. Naar aanleiding van de opmerking over tijdige vervangende parkeerruimten moge verwezen worden naar bijlage II (punt 1.11). ad 6. Met betrekking tot de opmerking over de organisatorische aspecten moge verwezen worden naar het preadvies. ad 7-. Overleg en inspraak. Hetgeen in dit opzicht door de StAR naar voren wordt gebracht kunnen wij volledig onderschrij ven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 189