bijl. nr. 415 -2- lijk wordt geacht, omdat in de beheersverordening brandweer stadsgewest Breda reeds thans bepalingen voorkomen, die tot nu toe niet gedragen worden door de stadsgewest-regeling zelf. Het gaat met name om de punten b, c en d van het hierboven genoemde overzicht. Blijkens het reeds genoemde ambtelijk overleg verandert door de voorgestelde wijzigingen niets in de bestaande situatie en zal het stadsgewest bij het "tref fen van regelingen" of "het regelen" steeds van te voren over leg voeren met de betrokken burgemeesters en de plaatselijke brandweercommandanten. Bij een volgende gelegenheid zou hieromtrent een bepaling in de regeling opgenomen kunnen worden. Met deze gegevens als uitgangspunt menen wijdat tegen de voorgestelde wijziging van de stadsgewest-regeling geen be zwaar behoeft te worden gemaakt, zodat Uw raad overeenkomstig het door het stadsgewest voorgelegde ontwerp kan besluiten. Daarbij moet niet uit het oog worden verloren, dat de raden vanalle deelnemende gemeenten een dergelijk besluiten moeten nemen, zodat een wijziging, door één van die gemeente ge wenst, een grote vertraging in de procedure zou betekenen. Tot slot zij nog opgemerkt, dat het dagelijks bestuur in zijn voorstel aan de stadsgewestraad opmerkt, dat - nadat de rege ling stadsgewest Breda in boven aangeduide zin zal zijn ge wijzigd - er een discussie op gang kan komen omtrent de bij drage van de gemeente Breda in de stadsgewestelijke brand weer. Deze bedraagt thans 1% van de uitgaven. Wij willen met nadruk stellen, dat het overnemen van het voor stel van het stadsgewest niet betekent, dat dezerzijds akkoord wordt gegaan met een verhoging van genoemd percentage. Bij de behandeling van de "koersnota" is gesteld, dat een trendmatige toename van de bijdrage aan het stadsgewest aanvaardbaar is, doch nu hier een structurele bijdrage-verhoging ter sprake

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 1891