bij lage nr48 -4- een "groen" bestemming zal krijgen, zodat het bezwaar van voren bedoelde Stichting hiermee weggenomen is. Het bezwaarschrift kan derhalve gegrond verklaard worden. Overigens zal een gedeelte van de betreffende laagte doorgang moeten verlenen aan een voor de waterhuishouding noodzakelijke waterloop. (Zie in dit verband ook de opmerkingen in de reactie op het St.A.R.-advies (bijlage II) met betrekking tot dit gebied). Bezwaarschrift "Hoechst Holland N.V." d.d. 9 december 1977. inge- diend op 9 december 1977. Het bezwaarschrift van "Hoechst Holland N.V." houdt in het verzoek om bij de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan voldoende rekening te houden met de uitwerking van de bestaande industrie op de woonbuurt en het plan zodanig aan te passen dat hieruit voor haar bedrijf in de toekomst geen nadelige gevolgen voortvloeien. Bedoeld verzoek zou volgens Hoechst als consequentie hebben dat woongebieden op minimaal 1.000 meter afstand van industriegebieden geprojecteerd dienen te worden, wil een ongestoord woongenot ge waarborgd zijn. Met betrekking tot dit bezwaar het volgende: Een soortgelijk bezwaar is ook door Hoechst aangevoerd tegen het ontwerp-structuurplan Haagse Beemden. Bij de behandeling van dit bezwaar is toen o.a. aangevoerd dat ervaringen tot nu toe hebben geleerd, dat de ligging van Hoechst N.V. ten opzichte van de be staande woonwijken tot nagenoeg geen klachten aanleiding heeft gegeven. Met bestaande woonwijken worden bedoeld Emer en Wisselaar-west Onderhavig bestemmingsplan situeert woningen op een gelijke afstand van Hoechst als vorengenoemde bestaande wijken. Bij de opzet van het bestemmingsplan is zorgvuldig rekening ge houden met de afstand tussen woningen en bedrijven, om een zo optimaal mogelijke situatie te bereiken. Mocht echter Hoechst in de toekomst overwegen zijn bedrijf uit te breiden, dan zal voldaan moeten worden aan de alsdan geldende wettelijke voorschriften. Hetzelfde geldt bij de bedrijfsuitoefening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 248