aan de raad der gemeente Breda Ond/O/18238 14-12-1977 Bijlage nr. 9 Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende instand houding van de openbare kleuter school Molstraat 36. Ingevolge het bepaalde in artikel 11 van de kleuteronderwijswet dient Uw raad voor 1 februari te besluiten tot opheffing van een openbare kleuterschool, waarvan het gemiddeld aantal kleuters in Jdrie achtereenvolgende jaren minder dan 60 bedraagt. In bijzondere gevallen kan de minister op verzoek van de gemeente raad voor een jaar of tot wederopzegging bepalen, dat een school in stand wordt gehouden, ook al is het aantal kleuters minder dan 60. Van de in de gemeente aanwezige openbare kleuterscholen voldoet de kleuterschool Molstraat 36 niet aan bovengenoemde norm. In de jaren 1975 t/m 1977 bedroeg het gemiddeld aantal kleuters respectievelijk 53 1/3, 51 en 57 2/3. Om twee redenen achten wij instandhouding van de kleuterschool Mol straat 36 noodzakelijk: a. in het belang van goede spreiding. In het noordelijk stadsgedeelte zijn thans twee openbare kleuter scholen aanwezig, t.w. Molstraat 36 en Vlimmerenstraat 35. Ophef- I A fing van de school Molstraat zou, gezien de exentrische ligging van de school Vlimmerenstraat en de aanwezigheid van doorgaande wegen, onaanvaardbare gevolgen hebben voor loopafstand en ver keersveiligheid b. relatie met het lager onderwijs. Beide onder a. genoemde kleuterscholen zijn gesitueerd in de directe nabijheid van een openbare lagere school. Instandhou ding van de kleuterschool is van i-ezenlijk belang voor de lagere school; niet alleen om een gerede toeloop naar de lagere school mogelijk te doen zijn, maar vooral gelet op de zich voltrekkende integratie van kleuter- en gewoon lager onderwijs tot het toe komstige basisonderwijs aan 4 tot 12-jarigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 25