bijlage nr. 59 noodzaak rderen, leidingen naar verschillende woningen of woonblokken wordt getrans porteerd. Wij geven er de voorkeur aan een dergelijk systeem, dat dus niet gekoppeld is aan de produktie van elektrische energie, te blijven aanduiden als "wijkverwarming" en van studie door de® In Nederland heeft de toepassing van stadsverwarming zich tot nu toe praktisch beperkt tot de steden Utrecht en Rotterdam. Als voor naamste factoren voor de geringe oriëntatie op stadsverwarming kunnen worden genoemd - de vroegere gewoonte in Nederland om slechts één of enkele ver- (I trekken van de woning te verwarmen; - de hoge investeringen, die stadsverwarming met zich meebracht, vooral ook in het distributiesysteem; - (vooral in de latere fase) de ruime beschikbaarheid en de lage prijs van aardgas. Met name de ruime beschikbaarheid van het aardgas voor ruimtever warmingsdoeleinden heeft er toe geleid, dat nu in Nederland op grote schaal centrale verwarming wordt toegepast. De Nederlandse aardgasvoorraden zijn echter eindig. Vooral na de oliecrisis in 1973 is het besef gegroeid, dat het van belang is hiervan een zo efficiënt mogelijk gebruik te maken. Dit en de prijsstijging die voor aardgas bezig is zich te voltrekken hebben stadsverwarming meer in de belangstelling gebracht. Besparingen tot Q0% op de brandstoffen, afhankelijk van de gekozen productiemethodezijn mogelijk. Bovendien kunnen, gemakkelijker dan bij centrale ver warming, ook andere brandstoffen dan aardgas worden gebruikt. Wij menen in het kader van deze nota met deze algemene informatie omtrent het begrip stadsverwarming te kunnen volstaan. Uitgebreide informatie omtrent de technische aspecten komt voor in het ter visie gelegde interimrapport van de Beleidsadviesgroep; dit geldt eveneens voor de algemene financiële en economische aspecten. 3. Wat zijn de consequenties van stadsverwarming voor de verbruiker? Voor de verbruiker zijn de belangrijkste gegevens van een ver warmingssysteem de kosten en het comfort. De Beleidsadviesgroep noemt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 292