bijlage nr. 59 elektrisch koken tegen elkaar afwegend moet worden gekozen voor deze vorm, waarbij het aardgas-distributienet ter plaatse achterwege kan worden gelaten. Uiteraard dienen de hogere kosten, die hieraan voor de afnemers zijn verbonden, te worden gecompenseerd. Gelet op deze overwegingen hebben wij de N.V. Intergas bereids op 19 september 1977 op de hoogte gesteld van de studie-opdracht, hiervoor genoemd in paragraaf 1Het is U bekenddat Intergas momenteel concessiehoudster is voor de levering van gas in de Haagse Beemden. Wij verwachten, dat wij, indien tot de aanleg van stadsverwarming f aldaar wordt overgeaan, met Intergas dienaangaande tot een regeling kunnen komen. 6. Aansluitplicht De Beleidsadviesgroep stelt dienaangaande het volgende: Uit het oogpunt van een efficiënt gebruik van de beschikbare brandstoffen meent zij een keuze voor stadsverwarming sterk te moeten aanbevelen, zij het mét instandhouding van de moge- lijkheid ook olie voor ruimteverwarmingsdoeleinden te gebrui- ken, indien een verbruiker bezwaar heeft tegen de openbare nutsvoorziening. Daarmee wil tegelijkertijd gezegd zijn, dat een aansluitplicht op de stadsverwarming niet wordt voorgestaan, Overigens is hier een relativerende opmerking wel op zijn plaat: Veelal bestaat een keuzemogelijkheid als hier bedoeld niet, o,n- dat de bouwer/exploitant van de woning van de verbruiker die keuze al voor hem heeft gemaakt; de bouwkundige voorzieningen in eengezinswoningen of flats laten vaak maar één mogelijkheid van ruimteverwarming toe. Verder wordt in de huidige situatie de keuze ten gunste van aardgas nog al sterk beïnvloed door de relatief lage prijs hiervan." Uit het ontwerp eindrapport van de NEOM "Stadsverwarming Almere" kan nog het volgende worden geciteerd: Uit een oogpunt van exploitatie op de langere termijn is het duidelijk, dat stadsverwarming niet kan worden gebaseerd op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 295