bijlage nr. 59
de vrijblijvende welwillendheid van de bewoners om zich op het
stadsverwarmingsnet te blijven aansluiten, doch dat het een-
maal gebouwde net wordt geconsolideerd door (publiekrechtelijke)
invoering van een aansluitplicht. Aangezien thans wettelijke
regelingen dienaangaande in voorbereiding zijn, kan de lokale
overheid, vooruitlopend daarop, met meer reden de aansluit-
plicht via voorhanden mogelijkheden in de praktijk effectueren."
Wij menen het voorshands, in het kader van deze nota, bij deze op
vattingen te kunnen laten. Bij voortzetting van de studie voor de
Bredase situatie is dit uiteraard wel een belangrijk punt van over
weging.
7Milieuhygiënische aspecten.
In het rapport van de Beleidsadviesgroep wordt ook hieraan uitvoerig
aandacht geschonken. Op korte termijn zijn de positieve effecten re
latief nog gering, op langere termijn kunnen deze effecten van grotere
betekenis zijn.
8. Werkgelegenheidsaspecten.
De investeringen voor stadsverwarming zijn vele malen hoger dan
ingeval van individuele ruimteverwarming. Dit levert een belangrijke
bijdrage op voor de werkgelegenheidwaartegenover aanzienlijke
besparingen staan op schaars wordende energie.
9. Het interim-rapport van KEMA "Stadsverwarming in Breda".
Het U hierbij als bijlage aangeboden rapport geeft in positieve zin
uitsluitsel over de vraag of gecombineerde opwekking (stadsverwarming)
in financieel-economische zin haalbaar is. Tevens wordt richting ge
geven aan wat in de vervolgfase van de studie zal moeten worden ver
richt.
Het rapport geeft een aantal technische varianten en richt zich overi
gens op de modellen A voor de warmtelevering alleen in de Haagse Beemden,
en model B voor levering tevens aan de bestaande wijkverwarming in
Breda-Noord.