I i I bijlage nr. 59 -10 A. Stadsverwarmingsproces dient volgend te zijn t.o.v. het bebouwings proces B. Stadsverwarming mag geen aantasting betekenen van het wervend woon- milieu in de Haagse Beemden. C. Stadsverwarming mag geen vertraging betekenen voor bouwproces Haagse Beemden, terwijl de aanleg geen verzwaring van de aan het stedebouwkundig ontwerp te stellen eisen mag betekenen. D. Garanties dienen te worden gegeven met betrekking tot overleving bestaand en nog aan te leggen groen in gebied Haagse Beemden. E. Kosten verbruiker mogen bij stadsverwarming niet hoger liggen dan die welke gelden voor verbruikers gas en electra in overig Breda. Door het opstellen van deze randvoorwaarden waarmee ons college zich kan verenigen, wordt bereikt, dat de stadsverwarming optimaal wordt ingepast in de plannen, zoals deze tot dusver ontwikkeld zijn. Dien aangaande kunnen nog de volgende kanttekeningen worden gemaakt. 12. Ad A: Deze voorwaarde houdt in, dat de stadsverwarming geen belemmerirg mag opleveren ten aanzien van de vormgeving van het plan, ten aanzien van de situering van de woningen en ten aanzien van de vorm en eategoriën woningen. De in de studie aangegeven mogelijk heden voor het aansluiten van de woningen leert, dat inde tweede fase van de studie te bepalen is, dat aan deze randvoorwaarden kan worden voldaan. Ad B: Deze randvoorwaarde heeft voornamelijk betrekking op het comfort van de stadsverwarming in vergelijking met een gas installatie. De studie gaat ervan uit, dat dit comfort gelijk waardig moet zijn aan de systemen, zoals deze bij gas worden toegepast. Dit houdt in, dat het systeem betrouwbaar moet zijn en goed regelbaar en weinig onderhoud en reparatie behoeft. De grootst mogelijke zorg moet worden besteed aan het voorkomen van geluidsoverdracht via de leidingen van do stadsverwarming. Ad CVoor de stadsverwarming wordt het werkschema aangehouden zoals dit voor de woningbouw is opgesteld. De buurten, die op het moment van beslissing door de raad al in de uitvoeringsfase a

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 299