bijlage nr. 59
zijn - dat wil zeggen, dat de leidingen reeds gelegd worden, of
waarvan de leidingprojectering reeds in ver gevorderd stadium van
voorbereiding verkeert - zullen geen stadsverwarming meer kunnen
krijgen. Verder wordt er van uitgegaan, dat het toepassen van
stadsverwarming geen grote invloed zal hebben op de woningont
werpen.
Ad D: door de goede isolatie van de leidingen, zoals die op het ogen
blik gebruikt worden, is de temperatuurverhoging van de grond
gering. Het ruimtebeslag in het ondergronds verkeer is niet
groter dan bij gasleidingen.
Ad EDienaangaande mag worden verwezen naar hetgeen reeds eerder
in deze nota is vermeld. (Pag. 3. en 4.)
12. De verdere procedure.
Wij adviseren Uw Raad deze nota als beleidsuitgangspunt te aanvaarden
en daartoe te besluiten conform bijgevoegd concept-besluit. Op basis
daarvan kan door ons college opdracht worden gegeven tot voortzetting
van de studie en een eindrapportage. In de verdere studie zal model B
(Haagse Beemden en Breda Noord) het meest worden gedetailleerd met
blijvend zicht op de belangrijkste gegevensvan model A (alleen Haagse
Beemden)
De kosten van het Kema-rapport komen voor rekening van de N.V. PNEM,
maar deze zullen wel aan het project worden toegerekend, indien tot
realisering wordt overgegaan.
De eindrapportage kan omstreeks 1 april 1978 gereed zijn; wij stellen
ons verder voor de besluitvorming zodanig voor te bereiden, dat in
de raadsvergadering van juni 1978 definitieve besluiten kunnen worden
genomen. Alsdan verwachten wij ook te kunnen beschikken over gegevens
aangaande de financiële medewerking van de minister van economische
zaken en/of de NEOM B.V. en over een eventuele regeling met Intergas
N.V.