aan de raad der gemeente Breda B1Jlaee 63 IZ/Antwoorden op door raadsleden 6 maart 1978 gestelde vragen. VRAAG- (gesteld in de raadsvergadering d.d. 13-10-1977).' Ge heer Martens: Ik heh al aangekondigd dat ik in de rondvraag zou terugkomen op het volgende onderwerp. De bewoners van de Belcrumwijk maken op het ogenblik ernstige bezwaren tegen de aanwezigheid van grep pels in de middenberm van de Crogtdijk. Ik wil het college dan ook vragen een andere oplossing te zoeken voor het autoverkeer dat, komende van het Total-benzinestation, door de middenberm in de richting van Breda-Noord gaat. De voorziening die thans door de dienst openbare werken is getroffen, verhoogt alleen maar de onveilige verkeerssituatie ter plaatse. ANTWOORD De bezwaren van de bewoners van de Belcrum richten zich tegen de sloot tussen de Crogtdijk (woonstraat) en de verkeersweg en tegen de sloot in de middenberm van de Crogtdijk (verkeers weg) In overleg met de bewoners is de sloot tussen de Crogtdijk (woonstraat) en de verkeersweg inmiddels gedempt en waar de sloot geweest is zijn paaltjes gezet. De sloot in de middenberm van de Crogtdijk (verkeersweg) zal worden gehandhaafd en indien nodig worden verlengd, omdat dit het enige effectieve middel is ter voorkoming van het gevaar lijke rijden met auto's door de middenberm. Door de dienst be plantingen zal de gehele middenberm worden beplant, waardoor de sloot zijn aantrekkelijkheid als speelobject voor de kinde ren verliest. Een gelegaliseerde doorsteek in de middenberm voor het verkeer vanaf het Total-bezinestation naar Breda-Noord is niet nodig, omdat voor dat verkeer een goede verbinding aanwezig is via de Konijnenberg, Moerlaken en Groenedijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 319